Archeologisch onderzoek heeft aangetoond dat er vele duizenden jaren geleden Neanderthalers woonden in een grottencomplex in de buurt van Malaga. Met de jaren nam het bevolkingsaantal toe en aan het begin van de Bronstijd strekte het leefgebied van de mens zich al uit over de gehele kuststreek. Het hedendaagse Malaga had meer tijd nodig om te ontstaan. Malaga werd rond 800 v. Chr. gesticht door de Feniciërs onder de naam Malaka (plak gezouten vis) en in gebruik genomen als handelspost. Het was niet de eerste kolonie van de Feniciërs in Spanje. Al in 1100 v. Chr. werd Gadiz (het huidige Cadiz) opgericht. In de zesde eeuw (v. Chr.) werd de plek van de Feniciërs ingenomen door de Grieken. Die hielden de stad gedurende 70 jaar bezet, waarna ze werd veroverd door de Carthagen. In het jaar 202 (het eind van de Punische oorlogen) werden de Carthagen door de Romeinen verslagen. Ze werden verdreven uit Malaga en uiteindelijk uit het gehele Iberische schiereiland. Malaga heette vanaf dat moment Flavia Malacita. Door zijn ligging aan zee en goede verbindingen met andere steden op het Iberisch schiereiland, veranderde de stad al gauw in een belangrijk verkeersknooppunt. Het Romeinse theater aan de voet van het Moorse fort Alcazaba dateert uit deze periode. Ondanks zijn kleine formaat is het een van de oudste theaters van Spanje. Na de val van het Romeinse rijk werd Malaga overspoeld door Germaanse stammen, in het bijzonder door de Vandaalse stam der Silingi. Die brachten het ariaanse geloof met zich mee (een christelijke stroming die, in tegenstelling tot het katholicisme, niet uitging van de goddelijke drie-eenheid). Aan het begin van de achtste eeuw, toen de monarchie der Visigoten scheuren begon te vertonen, vielen de Moren het Iberisch schiereiland binnen vanuit de noordkust van Afrika. In 743 kwam Malaga onder Moors bestuur. De stad werd omgeven door een muur met 5 grote toegangspoorten en kwam tot bloei. De stad Malaga bestond in die tijd uit verschillende buitenwijken. Die lagen verspreid van west naar oost langs een weg die de haven, het Alcazaba-fort en de ommuurde binnenstad met elkaar verbond. De buitenwijken werden overwegend bewoond door Genuese kooplieden en joden die zich op die manier afzijdig hielden van de rest van de stad. Sultan Abderrahman III liet in de dertiende eeuw de poort van Atarazanas bouwen (zie foto boven) die vandaag de dag leidt naar de overdekte markt van Malaga. De eerste pogingen tot herovering van Malaga vonden al plaats in de veertiende eeuw, maar het zou tot in de vijftiende eeuw duren voordat het de christenen lukte de stad opnieuw in bezit te krijgen Onder het bewind van de Reyes Católicos (het katholieke koningspaar Ferndinand II van Aragon en Isabella van Castilië) werd Malaga uiteindelijk heroverd op 19 augustus 1487. (Granada zou als laatste Moorse bolwerk worden heroverd in 1492.) Naast de herovering zelf, was ook de invloed van de verschillende kloostergemeenschappen bepalend voor de verdere ontwikkeling van de stad. Die zorgden er namelijk voor dat de buitenwijken een betere aansluiting kregen met de binnenstad. Er werd een groot centraal plein aangelegd, het huidige Plaza de la Constitución en de kloosters La Victoria en La Trinidad werden opgericht. Na deze periode van grote voorspoed kwam er een tijd van economische tegenslagen. In de zestiende en zeventiende eeuw werd Malaga geteisterd door epidemieën en slechte oogsten en leed de stad onder een economische crisis veroorzaakt door de verdrijving van de Moren. De haven van Malaga werd in de zeventiende eeuw aangelegd en zou later diverse malen worden uitgebreid. In 1528 werd begonnen met de bouw van de kathedraal van Malaga. De voltooiing vond echter pas plaats in de achttiende eeuw, toen de barokstijl al volop in zwang was. In de achttiende eeuw werd ook de haven uitgebreid, waardoor de economie van Malaga weer een flinke impuls kreeg. In de negentiende eeuw werd aanvang gemaakt met een groot stedenbouwkundig plan. Er kwam een duidelijke scheiding tussen industriële gebieden en residentiële gebieden met grote villa's en hotels. De huidige hoofdverkeersaders Calle Marques de Larios en de Alameda Principal werden ook in die tijd aangelegd. De negentiende eeuw was echter ook een tijd van grote problemen. Naast een economische crisis heerste er een politieke crisis als gevolg van de tirannie van koning Ferdinand VII. Laatstgenoemde gaf toestemming voor de illegale moordpartij op vrijheidsstrijder generaal Torrijos en zijn medestanders. Ter ere aan deze generaal en zijn mannen werd op de Plaza de la Merced een obelisk opgericht (zie foto rechts), die tot op vandaag de dag het middelpunt vormt van allerlei culturele activiteiten en festivals. De eerste decennia van de twintigste eeuw waren niet erg voorspoedig, maar vanaf de jaren '60, met de opkomst van de toeristische "boom", heeft Malaga een complete metamorfose ondergaan. Miljoenen mensen hebben sindsdien gekozen voor Malaga als vakantiebestemming, duizenden vonden hier een permanente woonplaats. Malaga is uitgegroeid tot de vijfde stad van Spanje en kan worden beschouwd als een moderne Europese stad met een internationale diversiteit en een mix van culturen. Sinds 1992 beschikt Malaga over een uitstekende infrastructuur. Dit geldt zowel voor het stratenplan in de stad zelf als voor de uitstekende aansluiting op het landelijke wegennet. De stad heeft daarnaast een eigen vliegveld dat kan worden gerekend tot één van de belangrijkste in Europa. Terug naar boven
Disclaimer: We proberen om de informatie op deze website zo nauwkeurig mogelijk te hebben, we accepteren geen verantwoordelijkheid voor verlies, letsel of ongemak door iemand als gevolg van deze informatie. |
vergroten
|